Waarom deze keuzes? Uitleg van de auteurs

Wie is goed en wie is fout? Hoe worden jongeren crimineel? En hoe kom je weer uit de criminaliteit als je daar eenmaal in zit? Politie, justitie en het strafrecht: we hebben er allemaal mee te maken, maar hoe zit het eigenlijk? Hoe proberen de politie, de officieren van justitie en de rechters de samenleving veilig en prettig te houden én eerlijk op te treden tegen degenen die zich niet aan de regels houden?

Wat je in dit boek leest gebeurt niet alleen in Amsterdam

Vragen, vragen, vragen. De antwoorden zijn niet altijd makkelijk te geven, maar we gaan het toch proberen.

Als journalisten van de Amsterdamse krant Het Parool schreven wij, Maarten van Dun en Paul Vugts, samen vele artikelen over misdaad, criminelen en rechtszaken. Over de strijd van politie en justitie tegen de onderwereld.

Op verzoek van de Mr Eva Meillo stichting en het Openbaar Ministerie (de officiële, deftige term voor wat de meeste mensen justitie noemen) bewerkten we een serie artikelen tot dit boek voor leerlingen van de bovenbouw van de middelbare school. Het is de bedoeling in begrijpelijke taal en met prachtige tekeningen van Aloys Oosterwijk een goed beeld te geven van verschillende soorten criminaliteit en de bestrijding daarvan.

Echt gebeurd

De verhalen in dit boek zijn allemaal echt gebeurd, nog maar kort geleden. We hebben gekozen voor de soorten misdrijven waarbij veel jongeren betrokken zijn. Alle verhalen spelen zich af tussen 2016 en nu en sommige rechtszaken die we bespreken zijn nog steeds gaande. Strafprocessen over zware misdrijven kunnen nu eenmaal erg lang duren. In sommige onderzoeken zijn zelfs nog geen verdachten gearresteerd. Als dat toch nog gebeurt, komt er alsnog een proces. In andere gevallen loopt nog hoger beroep in een strafzaak: dan kijken een of meer rechters nog een tweede keer naar de zaak. 

Racisme en vooroordelen

Als je de verhalen leest, zie je aan de namen van de hoofdpersonen dat die hun wortels over de hele wereld hebben. Sommige namen in dit boek wijzen op een Nederlandse afkomst, of een Marokkaanse of een Surinaamse, of voorouders uit weer een heel ander land. Omdat er de laatste tijd gelukkig veel discussie is over racisme en omdat vaak van alles wordt beweerd over minderheden en criminaliteit, willen we daar graag iets over zeggen. 

De misdrijven waarover we schrijven zijn uitgekozen zonder naar de afkomst van de personen te kijken: het maakt dus voor het verhaal niets uit hoe de hoofdpersoon er uit ziet of waar zijn familie vandaan komt. 

Het is helaas wel zo dat bijvoorbeeld jongens en mannen uit bepaalde bevolkingsgroepen vaker verdacht zijn van bepaalde misdrijven dan je zou verwachten omdat zij maar een klein deel van de Nederlandse bevolking vormen. Ze zijn oververtegenwoordigd in de misdaadcijfers, zeggen we dan. Daar zijn verschillende oorzaken voor. 

Zo zie je bijvoorbeeld dat Spaanstalige mannen vaker verdacht zijn van drugsmisdrijven. Dat komt waarschijnlijk doordat veel drugs uit Spaanstalige landen afkomstig is, uit Midden- en Zuid-Amerika vooral. Witte Nederlanders zijn weer oververtegenwoordigd als het gaat om fraudezaken en xtc-handel. Marokkaanse Nederlanders zijn vaak in beeld voor hasjsmokkel, simpelweg omdat hasj vroeger al vaak uit Marokko kwam.

De verhalen in dit boek gaan grotendeels over straatcriminaliteit en drugshandel en ook daarin zie je bepaalde bevolkingsgroepen vaker terug dan andere. Dat soort misdrijven komt in sommige woonwijken ook vaker voor. In bepaalde buurten in grote steden bijvoorbeeld. Daar wonen nu eenmaal meer mensen met een niet-Nederlandse achtergrond dan in een dorp. De verhalen in dit boek spelen zich allemaal af in Amsterdam, een internationale stad met inwoners van over de hele wereld. Dat zie je terug aan de namen en de verhalen in dit boek. Toch is het niet zo dat wat je in dit boek leest alleen in Amsterdam gebeurt. Dit soort criminaliteit bestaat in heel Nederland. 

De politie controleert sommige jongeren strenger dan anderen

Dan is er nóg een belangrijke andere oorzaak voor de oververtegenwoordiging van sommige bevolkingsgroepen: de politie. Bekend is dat agenten ook vooroordelen hebben. Ze zullen sneller een dure auto controleren als daarin vier Marokkaans uitziende jongens zitten dan als daarin vier witte Nederlanders rondrijden. Dat is niet altijd verkeerd bedoeld, maar het is wel een feit. Onderzoek heeft dat al vaak bevestigd. Dat zorgt voor een vertekend beeld: als de politie jongens en mannen met een bepaald uiterlijk veel strenger controleert dan andere groepen, worden bij die jongens en mannen vanzelf meer misdrijven ontdekt. Wie weet wat de politie zou vinden als agenten iederéén zo streng zouden controleren?

In 2020 is er veel discussie over politiegeweld. Het is goed om te weten dat we in Nederland niet het politiegeweld kennen dat je in de Verenigde Staten veel ziet tegen met name donkere mannen. Gelukkig maar.  

Pijnlijk

We vertellen veel details over de verdachten, die soms pijnlijk zijn. Het is natuurlijk best heftig als in een boek staat beschreven dat iemand een heel slechte jeugd heeft gehad. Toch vertellen we dat, om duidelijk te kunnen maken waarom mensen in de criminaliteit belanden. Dat komt in veel gevallen doordat kinderen en jongeren onder heel zware omstandigheden opgroeien. Als we dat zouden weglaten omdat het te gevoelig is, zouden we niet het hele verhaal vertellen. Dat zou niet eerlijk zijn.

Alleen voornamen want iedereen heeft recht op privacy

We noemen de verdachten met hun voornaam, zodat tijdens het lezen duidelijk is over wie het gaat. De achternaam van de verdachten noemen we niet, omdat we vinden dat iedereen in Nederland recht heeft op een bepaalde privacy. Dat recht behoud je ook als je een misdrijf hebt gepleegd. 

De reden daarvoor is dat iedereen zijn leven kan beteren en het zou niet terecht zijn als iemand zijn hele leven aan een misstap wordt herinnerd, terwijl hij zijn straf daarvoor heeft uitgezeten. Dat geldt zeker bij deze verhalen, waar de betrokken personen vaak heel jong zijn. Bovendien: iedereen weet inmiddels wel dat wat op internet staat, nooit meer weg gaat. 

Op die regel over de privacy maken we één uitzondering: de rappers die we in hoofdstuk 5 bespreken, zijn natuurlijk heel bekend. Daar hebben ze zelf voor gekozen en ze verschijnen ook vaak in de media omdat ze dat zelf willen. Wij vinden dat iemand die zo nadrukkelijk zelf kiest voor een publieke rol, ook sterk genoeg is om kritische vragen te beantwoorden over zijn of haar keuzes. 

Praten

Tot slot: de verhalen in dit boek zijn soms schokkend. Ze gaan over nare gebeurtenissen, met soms heel grote gevolgen. Tegelijk gaat het boek over de rechten en plichten die ieder mens in Nederland heeft. Het recht op een eerlijk proces bijvoorbeeld of het recht dat je niet zomaar mag worden afgeluisterd. Die rechten lijken misschien vanzelfsprekend omdat ze er al zo lang zijn, maar het is juist heel belangrijk dat daarover wordt gesproken. Juist door jonge mensen, want omdat de wereld verandert, moeten we er goed op letten dat onze rechten net zo sterk blijven. 

Best heftig als in een boek staat dat iemand een heel slechte jeugd heeft gehad

Misschien staan er wel dingen in dit boek waar je boos, verdrietig, onrustig of juist enthousiast van wordt. Bespreek dat vooral met je klasgenoten, je leraar, je vrienden of je ouders. Juist over heftige, emotionele onderwerpen moeten we met elkaar praten. Daarom stellen we verspreid over de hoofdstukken ook vragen waarover jullie het kunnen hebben in de klas of op het schoolplein. 

Hopelijk vinden jullie het interessant en leerzaam!

Maarten van Dun en Paul Vugts