3 | “Je bent toch geen snitch?”

Hoe kinderen elkaar afpersen

Bianca

 

Er is iets mis met haar zoon, maar Bianca weet niet precies wat. De afgelopen dagen komt hij uit school meteen naar huis. Hij wil niet meer naar buiten. Terwijl hij juist altijd zo graag wil voetballen met zijn vrienden. Ineens wil hij zelfs in de zomer niet de deur uit. Hij blijft op zijn kamer zitten. Bianca vertrouwt het niet. Wat is er aan de hand?

Uiteindelijk vertelt haar zoon het. Hij is al twee keer door een groep jongens uit de buurt bedreigd met een groot mes. “Mam, ze zeiden tegen me: De vorige keer deed je lijp, dit keer ga ik je shanken.” Shanken is straattaal voor neersteken. 

Hoofdstuk_3_Afpersing+Bijlmer+KLEUR.jpg

Haar zoon vertelt aan Bianca dat de jongens zijn dure jas willen hebben. Bianca is heel boos: hoe durven ze haar zoon te bedreigen? 

Ze gaat naar de politie, ook al smeekt haar zoon haar om dat niet te doen. Hij is bang dat hij daardoor als snitch (verrader) zal worden gezien. Dan zullen de problemen alleen maar groter worden. Hij kent zelfs verhalen van ouders die door jongens in elkaar geslagen zijn! 

Toch gaat Bianca naar het politiebureau. De agent vertelt Bianca dat het probleem veel voorkomt in de buurt. Bianca: “Ik vond het bizar dat dit zich in mijn buurt kon afspelen zonder dat ik het wist. Maar nog vreemder vond ik het dat aangifte doen niet werkt: doordat die jongens minderjarig zijn, komen ze zo weer vrij. Het slachtoffer blijft met de problemen zitten.”

Bianca denkt lang na. Haar zoon is bang door wat er is gebeurd, maar de politie kan niet helpen. Wat moet ze doen?

Ze besluit het op Facebook te zetten. Binnen een dag heeft ze tientallen reacties van ouders en kinderen die hetzelfde hebben meegemaakt. Bianca: “Ik kan het niet accepteren dat niemand dit weet. Ook de ouders van de daders weten vaak van niets. Die denken: mijn kind doet dit niet. Maar je moet op je kinderen letten en checken met welke spullen ze thuiskomen.” 

Volgens Bianca is het een groot probleem. “Er is enorme druk om zelf geen slachtoffer te worden. Beïnvloedbare jongens worden onder druk gezet om ook te gaan afpersen. Ze spiegelen zich aan wat in rapgroepen wordt verheerlijkt. Die praten heel makkelijk over overvallen plegen om mooie spullen te kopen.”

Bang is Bianca niet. “Een paar weken na de tweede bedreiging zag ik op straat een groepje jongens. De dader van de bedreiging van mijn zoon was er ook.

 
Ik heb mijn auto dwars op het fietspad gezet en tegen ze gezegd dat ze nooit meer bij mijn kind in de buurt moeten komen. Dat maakte wel indruk. ‘Jouw moeder is echt gek,’ kreeg mijn zoon de volgende dag te horen.

Afpersing

Tieners in Amsterdam-Zuidoost beroven hun klasgenoten van geld, telefoons en kleding. Soms ook met gebruik van messen en pistolen. Afpersing heet dat. Dat gebeurt in meer wijken in Nederland, en bijvoorbeeld ook in Nieuw-West in Amsterdam, maar in Amsterdam-Zuidoost is het probleem heel groot. Daar zijn waarschijnlijk vele tientallen kinderen slachtoffer geworden. Het probleem is zo groot dat de politie, de gemeente en justitie een bijzonder plan hebben bedacht. 

Maar eerst: wat is afpersen eigenlijk? Het is iemand bedreigen zodat die geld of spullen geeft. Een soort beroving dus, maar bij afpersing is iemand zo bang dat hij het geld of de spullen zelf geeft. Bij een beroving trekt iemand het uit je handen. Een klein verschil. 

Hoe werkt dat? 

In Zuidoost gaat het vaak zo: bij metrostations, op school, op straat of bij de flats in de wijk wachten groepjes jongeren een slachtoffer op. Heel vaak kennen ze hem van school of uit de buurt, maar dat maakt niets uit. Eerst kijken ze of er geen mensen in de buurt zijn. Als het slachtoffer in een hoek staat en niet meer kan wegrennen, dreigen de daders om hem of haar in elkaar te slaan. Soms laten ze ook wapens zien. Messen, een stroomstootwapen (dat heet een taser) en soms zelfs een pistool. Het slachtoffer wordt dan zo bang dat hij geeft waar de daders om vragen: een telefoon, een dure jas, schoenen of geld. 

Soms leggen de daders zelfs een ‘boete’ op: dan moet iemand elke week betalen. Sommige kinderen kunnen dat natuurlijk niet, bijvoorbeeld doordat ze geen zakgeld krijgen of doordat hun ouders niet zoveel geld hebben. Sommige kinderen zijn zo bang dat ze geld van hun ouders hebben gestolen om de boete te betalen. Soms duurt zo’n boete jarenlang. Zeker niet alleen kwetsbare kinderen worden aangevallen. Ook heel stoere kinderen. 

Hoofdstuk_3_Afpersing Bijlmer KLEUR.jpg

Wie doen dat?

De daders van die afpersingen zijn heel jong. Soms 14 jaar oud. Ze werken in wisselende groepjes. Sommige daders doen ook aan andere criminaliteit, zoals winkelovervallen, steekpartijen of woningovervallen. 

Maar er is iets heel geks aan de hand: veel van de daders zijn zelf slachtoffer geweest. Dus dat zijn kinderen die eerst zelf zijn afgeperst. Vaak zijn kinderen zo bang na een afpersing, dat ze een wapen kopen. Ze hopen dat ze zichzelf kunnen beschermen. Maar met dat mes gaan ze vervolgens andere kinderen afpersen. Kinderen willen soms helemaal geen dader zijn, maar ze willen zeker geen slachtoffer zijn. Dus als je kunt kiezen, wie ben je dan liever: degene die in angst moet leven of degene die het geld pakt? Soms moeten kinderen in opdracht van daders hun eigen vrienden bedreigen! Als ze dat niet doen, dan hebben ze grote problemen. 

Wat ook gebeurt: via Snapchat bedreigen de kinderen elkaar. Als je straks je telefoon niet geeft, dan ga je zien… Via Whatsapp, Snapchat en Instagram gaan de namen rond van jongens die heel gevaarlijk zijn. Zo krijgen sommige daders een reputatie die voor angst zorgt. Daardoor wordt afpersen alleen maar makkelijker! 

Snitch

Thuis vertellen de kinderen die zijn afgeperst niets over wat er is gebeurd, want ze willen hun vader en moeder beschermen. Er gaan namelijk verhalen in de buurt dat vaders en moeders in elkaar zijn geslagen toen die voor hun kind opkwamen. 

Ook de overheid heeft heel lang geen idee wat er gebeurt. Want kinderen vertellen niets aan hun ouders en zeker niet aan de politie. Want als iemand daarachter komt, dan worden de problemen alleen maar groter. Dan denkt iedereen dat je een snitch bent, een verrader.

 
In de wijk is dat het ergste scheldwoord dat er is. Snitch.

Maar de naam wordt ook gebruikt om te zorgen dat mensen hun mond houden. Door iemand een snitch te noemen telt diegene niet meer mee. Terwijl het misschien juist wel goed was dat iemand zijn mond opendeed. Stel je voor: je ziet hoe iemand in elkaar wordt geslagen door een groep mensen. Als je dan hulp inroept, zodat het slachtoffer kan ontsnappen, ben je dan een snitch? De daders van de afpersingen komt het goed uit om iedereen een snitch te noemen. Daardoor kunnen ze doorgaan met hun afpersingen. 

De politie

Doordat niemand iets durfde te zeggen duurde het heel lang voordat het probleem werd aangepakt. Toch kregen politie en justitie het in de gaten. Officier van justitie Gerdine probeert een oplossing te bedenken. Zij is gespecialiseerd in jeugdcriminaliteit, dus ze weet heel goed hoe ze met dit soort zaken moet omgaan. 

Eerst schrikt ze van hoe ernstig het probleem is, vertelt ze. Gerdine: “We moeten echt ingrijpen. Heel veel mensen durven niet naar de politie. Dat vinden wij heel erg en dat accepteren we niet: het is heel belangrijk dat boeven niet de baas worden. De overheid en de politie zijn de baas, zodat mensen zich veilig kunnen voelen.”

Ook de wijkagente was heel bezorgd. “Ik hoorde steeds dat er van alles in de wijk gebeurde waarover bij de politie geen informatie bekend was. Mensen vertellen je iets, maar willen geen aangifte doen omdat de angst te groot is. Dat is voor een politieagent heel moeilijk om te horen.” 

De officier

Officier van justitie Gerdine, de politie en de gemeente bedenken een speciale aanpak voor de afpersingen. Belangrijk is dat het zwijgen wordt doorbroken! Dus zijn er nu reclames op Instagram en Facebook. Ook organiseert de overheid ouderavonden over het probleem. 

De politie en justitie gaan het slachtoffer veel beter helpen. Slachtoffers bleven vaak met de problemen zitten. Maar dat is nu anders: slachtoffers mogen nu aangifte doen zonder dat hun naam aan de dader wordt verteld. Dat werkt, want sommige daders beroven zoveel mensen dat ze niet weten wie hun slachtoffer is. Ook kinderen die geen aangifte durven te doen, krijgen toch hulp van de overheid. Want de overheid vindt nu dat ook zij hulp moeten krijgen. Zij zijn immers slachtoffer! Tegelijk is de politie met veel meer mensen met de zaak bezig, om ervoor te zorgen dat meer daders worden opgepakt. 

De moeder

Maar het belangrijkste is misschien wel Bianca, de moeder uit het begin van dit verhaal. Zij is een groep gestart met daarin vijftien moeders. Zij hebben er genoeg van om slachtoffer te zijn. De moeders komen op voor hun kinderen. De moeders gaan met kinderen praten als die slachtoffer zijn. Of met hun ouders. Zelfs met de ouders van de daders! De moeders kunnen dan vertellen dat het helpt om de waarheid te vertellen. 

Officier van justitie Gerdine is heel blij met de moeders die er genoeg van hadden om nog langer slachtoffer te zijn. Gerdine: “Deze moeders zijn opgestaan, ze hebben dit zelf meegemaakt. Moeders van slachtoffers én daders. We kunnen slachtoffers naar hen doorverwijzen. Dat is goud. Dit los je niet op zonder die moeders.”

 
Hoofdstuk_3_Afpersing Bijlmer KLEUR.jpg

Om over na te denken 

  • Kan ik eerst slachtoffer zijn en daarna dader worden?

  • Ken ik iemand die de spullen van iemand anders zou afpakken?

  • Is een snitch een vriend of een vijand?

  • Als iemand een snitch wordt genoemd en ik ga daarom niet meer met hem om, wie help ik dan eigenlijk? De dader of het slachtoffer? Welke keuze maak ik en waarom?

  • Zou ik het aan iemand vertellen als ik werd afgeperst? 

  • Moet ik me druk maken om criminaliteit als ik zelf niets fout doe?