Begrippenlijst

- advocaat

Een advocaat komt op voor de rechten van iemand die in een rechtszaak verwikkeld raakt of dat risico loopt. Iedereen die in Nederland van een misdrijf wordt verdacht, heeft recht op een advocaat. Dat is wel zo eerlijk: een advocaat kent de wet net zo goed als de officier van justitie en de rechter. De advocaat kan dus veel beter dan de verdachte begrijpen wat er in de rechtszaal gebeurt. De advocaat geeft advies aan de verdachte over wat die het beste kan doen. De advocaat legt aan de rechters uit wat de verdachte van de zaak vindt. Dat heet een pleidooi. Een advocaat wordt ook wel raadsman of raadsvrouw genoemd. 

- afluisteren

Een verdachte mag zwijgen tegenover justitie. Vandaar dat de officier van justitie informatie kan krijgen door iemand een tijdje in de gaten te houden. Dat kan door de telefoon af te luisteren van die persoon. Zo kan de politie zien wie met elkaar hebben gebeld of geappt. 

Afluisteren is heel ingrijpend. Daar moet de officier van justitie eerst toestemming voor vragen. Dat gebeurt bij de rechter-commissaris. Dat is een rechter. 

Er zijn strenge voorwaarden voor het afluisteren van verdachten. Het mag alleen als het over een misdrijf gaat waarop een gevangenisstraf staat van vier jaar of meer. Ook mag de officier van justitie niet eindeloos afluisteren: het mag maar een tijdje. 

- arrestatie / aanhouding

Een arrestatie betekent dat de politie iemand vasthoudt die misschien een misdrijf heeft gepleegd. Terwijl iemand is aangehouden, doet de politie onderzoek naar wat er is gebeurd. Dan kijkt de politie of degene die is aangehouden daar iets mee te maken heeft. 

- deskundige

De rechter kan op eigen initiatief of op verzoek van de officier van justitie of de verdachte deskundigen benoemen. Een deskundige weet bijvoorbeeld heel veel over DNA-onderzoek of over vuurwapens. Zij hebben als taak de rechter voor te lichten en bij te staan. Ook kunnen ze worden verzocht een onderzoek in te stellen. De deskundige moet daar schriftelijk verslag van uitbrengen.

- de strafwet

In de strafwet staan alle regels beschreven waaraan mensen zich in Nederland moeten houden. Ook staat uitgelegd welke maximumstraffen er gelden als iemand de wet overtreedt. In de wet staat ook wat de politie en de officier van justitie wel en niet mogen doen om een misdrijf te onderzoeken. De wet bepaalt ook hoe de rechter zijn werk moet doen. Dankzij de wet wordt iedereen in Nederland gelijk behandeld door de rechter. Maar de wet is natuurlijk niet voor elk afzonderlijk geval geschreven. Elke zaak is immers uniek. Dat is de rol van de rechter: zij passen de strafwet toe op alle specifieke gevallen.

- enkelband

Een veroordeelde persoon kan een enkelband krijgen als hij of zij een straf thuis mag uitzitten. De politie kan door de enkelband zien waar de drager is en of die zich aan het huisarrest houdt. 

- getuige

Een getuige is iemand die de politie iets kan vertellen waardoor duidelijk kan worden wat er is gebeurd. Bijvoorbeeld iemand die heeft gezien hoe een overval werd gepleegd. Zowel de officier van justitie als de verdachte en zijn advocaat mogen getuigen oproepen. 

- hoger beroep

Als een rechter een uitspraak heeft gedaan, kan het zijn dat de verdachte of de officier van justitie het hier niet mee eens is. In dat geval mogen ze ‘in hoger beroep’ gaan. Dit betekent dat de zaak opnieuw wordt bekeken. Door een nieuwe rechter. Tijdens zo’ hoger beroep kan er nieuw bewijs komen en er kunnen nieuwe getuigen worden opgeroepen. 

- huiszoeking

De politie en officieren van justitie mogen een huiszoeking doen. Dat betekent dat ze thuis in al je spullen mogen kijken om bewijs te zoeken. Maar dat mag niet zomaar. 

Alleen als ze denken dat ernstige strafbare feiten zijn gepleegd. Of als ze denken dat in een huis spullen liggen die verboden zijn, zoals wapens of drugs. Bewoners zijn verplicht de politie binnen te laten als die toestemming heeft om huiszoeking te doen. Voordat huiszoeking mag worden gedaan is in de meeste gevallen toestemming van de rechter nodig. 

- jeugdgevangenis / jeugdinrichting

Een jeugdgevangenis heet ook wel een justitiële jeugdinrichting. Daar zitten kinderen die gevangenisstraf hebben gekregen van de rechter. De kinderen zijn nooit jonger dan 12 jaar oud. Soms blijven kinderen iets langer als ze tijdens hun straf ouder worden dan 18 jaar. Dat is omdat een volwassenengevangenis niet altijd een goede plek is voor iemand van 18 of 19 jaar. 

- jeugdstrafrecht hoe werkt dat?

Jeugdstrafrecht is strafrecht voor minderjarigen tussen 12 en 18 jaar oud. Het heeft andere regels en straffen dan strafrecht voor volwassenen. Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd. Bij jeugdstrafrecht is hulp en behandeling heel belangrijk, minstens net zo belangrijk als straf. Dat is omdat in Nederland mensen vinden dat kinderen tijd en hulp moeten krijgen om hun leven te beteren. 

Soms kan iemand die ouder is dan 18 jaar maar nog geen 23 jaar tóch volgens het jeugdstrafrecht worden behandeld. Bijvoorbeeld omdat diegene geestelijk nog niet helemaal volwassen is. De rechter bepaalt dat. 

- kroongetuige

Een kroongetuige geeft informatie aan de politie en justitie over andere verdachten, terwijl hij zelf ook verdachte is van een misdrijf. In ruil voor die informatie eist de officier van justitie voor de kroongetuige bijvoorbeeld minder straf. 

- levenslang

Een levenslange gevangenisstraf is de zwaarste straf die rechters in Nederland kunnen opleggen. Dat gebeurt alleen voor heel zware misdrijven en als er speciale omstandigheden zijn. Levenslang is in Nederland in principe ook daadwerkelijk levenslang. Je komt dan nooit meer vrij. De enige manieren om vrij te komen is via een herziening of herbeoordeling. Dat komt bijna nooit voor en kan alleen als er belangrijk nieuw bewijs is. Ook kan de koning of koningin ‘gratie’ verlenen, maar ook dat is hoogst zeldzaam. In opdracht van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is wel de regel ingevoerd dat na 25 jaar nog eens gekeken moet worden of een levenslange straf nog echt nodig is. Het is nog niet gebeurd dat een levenslange straf bij zo’n gelegenheid is doorgestreept en een gedetineerde vrij kwam. 

- nationale opsporingslijst

De Nationale Opsporingslijst is een lijst met mensen die voor de Nederlandse politie op de vlucht zijn. Alleen in heel ernstige gevallen komt iemand op de Nationale Opsporingslijst. De volledige naam en foto van de verdachte worden op die lijst gezet. 

De politie en justitie hopen daardoor tips te krijgen over de mensen die ze zoeken. 

- officier van justitie

Een officier van justitie werkt bij het Openbaar Ministerie. De officier van justitie geeft leiding aan het onderzoek dat de politie doet. Daarbij houdt de officier van justitie in de gaten of de wet goed wordt gevolgd. 

De officier van justitie bepaalt of er genoeg bewijs is om een verdachte voor de rechter te brengen. Dat heet vervolgen. 

Bij de rechter legt de officier van justitie uit waarvan de verdachte wordt verdacht en wat het bewijs is. Ook vraagt de officier van justitie aan de rechter om een bepaalde straf. Dat noem je een eis of een strafeis. Om officier van justitie te kunnen worden moet je rechten hebben gestudeerd.

- ontsnappen uit de gevangenis

Dat had je misschien niet gedacht, maar ontsnappen uit de gevangenis is niet strafbaar! Het idee hierachter is dat mensen een natuurlijke drang hebben naar vrijheid. Dus als je in de gevangenis naar buiten loopt en niemand houdt je tegen, dan pleeg je geen misdrijf. Tenminste, als je geen spullen vernielt of mensen bedreigt of aanvalt. Dat mag natuurlijk nooit. 

Dat betekent niet dat een ontsnappingspoging zonder gevolgen is. Het kan zijn dat de gevangene in een gevangenis komt waar hij nog minder vrij is. Of dat de gevangene niet meer onder voorwaarden al vrijkomt zodra hij tweederde van zijn straf heeft uitgezeten. In de politiek wordt gediscussieerd of ontsnappen toch niet strafbaar gesteld moet worden. Weinig mensen in Nederland ontsnappen uit de gevangenis. 

- ondermijning

Ondermijning is een woord dat wordt gebruikt om aan te geven dat criminelen soms doordringen in het gewone leven. Het gaat om de vermenging van de criminele wereld (‘de onderwereld’) en de gewone wereld (‘de bovenwereld’). Bijvoorbeeld een crimineel die een auto huurt zodat de politie moeilijker kan zien waar hij is. Of makelaars die huizen verhuren aan criminelen, zonder dat die de goede papieren hebben. Ondermijning begint vaak met heel kleine stapjes. Eerst lijkt het helemaal niet zo erg. Maar criminelen gebruiken vaak geweld of bedreiging als iemand niet meer mee wil doen. 

- rapportages van psychologen en psychiaters

Soms wil de rechter graag weten hoe het psychisch (geestelijk) gaat met een verdachte. Maar de rechter is zelf geen deskundige. Dus vraagt de rechter aan een psycholoog of psychiater om onderzoek te doen. Deze deskundigen praten dan heel lang met de verdachte en doen tests. Zo kunnen de psycholoog en de psychiater zien of de verdachte geestelijke klachten heeft. Daarover maken de psycholoog en de psychiater dan een rapport. De rechter leest dat en gebruikt dat voor haar oordeel over de verdachte. Als iemand geestelijke problemen heeft, wil de rechter dat laten meewegen als zij nadenkt over de straf. 

- recherche

De recherche is een afdeling van de politie. De gewone politie in uniform helpt mensen in nood of houdt toezicht. De recherche doet iets anders: die onderzoekt misdrijven nadat die zijn gepleegd. Bijvoorbeeld inbraken, aanrandingen en verkrachtingen, drugshandel, moord of fraude. De recherche heeft als taak misdrijven op te lossen en verdachten op te sporen. Iemand die bij de recherche werkt heet een rechercheur. 

- rechtbank

De term rechtbank heeft twee betekenissen. De rechtbank is het gebouw waar de rechtszaken plaatsvinden, maar de rechtbank is ook de naam voor de rechters die de zaken beoordelen. In het strafrecht worden de eenvoudige zaken afgehandeld door één rechter. Die ‘politierechter’ mag maximaal één jaar celstraf opleggen. In de zwaardere en moeilijkere zaken bestaat de rechtbank uit drie rechters. Die overleggen in het geheim over hun vonnis. Dat doen ze in ‘de raadkamer’. De meeste stemmen gelden, maar het wordt nooit bekendgemaakt of een rechter het met zijn of haar twee collega’s oneens was en welke rechter dat dan was.

- rechter / kinderrechter

Een rechter bepaalt of er genoeg bewijs is dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd. Ook beslist de rechter welke straf daarvoor wordt gegeven. Daarvoor gebruiken rechters het wetboek van strafrecht. Rechters kennen de wet heel goed. Als de rechter een beslissing heeft genomen, heet dat een vonnis. In dit vonnis kan de rechter een straf opleggen of iemand vrijspreken. Het vonnis van de rechter is bindend: dat betekent dat iedereen in Nederland zich eraan moet houden. Wel kan de veroordeelde vaak nog in hoger beroep gaan. Dit betekent dat andere rechters nog een keer naar de zaak kijken en met een eigen oordeel komen. Rechters zijn in Nederland volledig onafhankelijk. Dat betekent dat niemand een rechter kan dwingen een bepaalde beslissing te nemen. Ook de politiek of ministers niet. 

- Kinderrechter
Rechter die strafzaken tegen minderjarigen (12-18 jaar) behandelt. Kinderen jonger dan 12 kunnen nooit voor een misdrijf worden vervolgd. 

- requisitoir

Het requisitoir is een ingewikkeld woord voor de toespraak die de officier van justitie tijdens de rechtszaak houdt. Tijdens die toespraak legt de officier van justitie uit wat het bewijs is. De officier van justitie gebruikt die toespraak om de rechtbank uit te leggen waarom vanuit de maatschappij gezien een straf nodig is. Ook stelt de officier van justitie een concrete straf voor die de rechtbank kan opleggen. Dat heet de strafeis. Het requisitoir vindt plaats aan het eind van de zitting. De verdachte mag tijdens de toespraak van de officier van justitie niets zeggen. Als de officier van justitie is uitgesproken mogen de verdachte en zijn advocaat hun visie op de zaak geven. Dat heet het pleidooi. Dan moet de officier van justitie stil zijn. Alle partijen krijgen de tijd. De verdachte krijgt het laatste woord. Daarna gaat de rechtbank nadenken over welke beslissing er moet worden genomen. In eenvoudige zaken oordeelt de rechtbank meteen, de wet geeft de rechter 14 dagen om te beslissen.

- spreekrecht slachtoffers

Sommige slachtoffers of nabestaanden hebben het recht om tijdens de zitting een verklaring af te leggen. Dat is vooral bij heel ernstige misdrijven, zoals verkrachting, stalking (iemand het leven zuur maken door diegene te blijven lastigvallen), bedreiging, moord of een zwaar verkeersongeval. De verklaring kunnen slachtoffers zelf voorlezen of door iemand anders laten voorlezen. Zo kunnen ze tegen de verdachte zeggen wat ze van de zaak vinden. Ook de rechters luisteren naar de verklaring. Ze luisteren zodat ze daarover kunnen nadenken als ze hun vonnis bepalen. 

- tbs / PIJ

PIJ is een afkorting van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Het is de kindervariant van tbs. Daarvan heb je misschien wel eens gehoord. Tbs staat voor terbeschikkingstelling. Tbs en PIJ zijn behandelingen die bedoeld zijn voor misdadigers die psychisch zoveel problemen hebben dat zij een gevaar zijn voor de maatschappij. 

PIJ werkt zo: als een minderjarige een heel ernstig misdrijf heeft gepleegd waarbij de veiligheid van mensen in gevaar is gekomen en het gaat psychisch heel slecht met het kind, dan kan hij of zij een PIJ-maatregel krijgen. Dat betekent dat het kind intensief wordt behandeld. Ook als hij of zij dat niet wil. Om te zorgen dat het kind de behandeling volgt, moet hij of zij naar een inrichting. Daar mag je dan niet weg.

De rechter bepaalt wie een PIJ-maatregel krijgt. Maar dat gebeurt alleen als het misdrijf heel ernstig is. En als onderzoekers het kind goed hebben onderzocht. Een PIJ-maatregel duurt 3 jaar en kan twee keer worden verlengd als het kind nog niet beter is. Het kan zelfs worden omgezet in tbs, als het kind volwassen is. 

Tbs is ongeveer hetzelfde als een PIJ-maatregel, maar dan voor volwassenen. 

- verdenking / verdachte

Als de politie en de officier van justitie denken dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd, is die persoon een verdachte. Een verdachte is nog geen dader. In Nederland geldt namelijk de regel dat iedereen onschuldig is totdat de rechter heeft besloten dat iemand schuldig is. 

- verhoor

Als een verdachte is aangehouden, mag de politie de verdachte op het politiebureau verhoren over het strafbare feit. De politie stelt dan allerlei vragen om te weten te komen wat er is gebeurd. Zo probeert de politie de dader te vinden en de zaak op te lossen. Voordat een verdachte mag worden verhoord, moet die de kans hebben gehad een advocaat te spreken. De advocaat mag ook aanwezig zijn bij het verhoor. Jongeren boven de 12 jaar, maar onder de 18 jaar mogen ook verhoord worden door de politie. Ouders van verdachten tussen de 16 en 18 jaar hoeven daar niet bij aanwezig te zijn. De politie brengt de ouders wel zo snel mogelijk op de hoogte. Van jongeren tussen de 12 en 16 jaar moet wél ‘een wettelijke vertegenwoordiger’ aanwezig zijn bij een verhoor, dus een ouder of bijvoorbeeld een voogd. Je mag tijdens het verhoor zwijgen. Iedereen in Nederland heeft zwijgrecht. 

- vonnis

Een vonnis is de uitspraak van een rechter. Je kunt daar niet onderuit als het vonnis uiteindelijk ‘onherroepelijk is’, wat wil zeggen dat een verdachte niet meer naar hogere rechters kan om de zaak nog eens opnieuw te laten beoordelen. In Nederland komt een verdachte eerst bij de rechtbank terecht. Als de verdachte of justitie het oneens is met het oordeel van de rechtbank, kan die ‘in hoger beroep’. Dan beoordeelt een gerechtshof de zaak nog eens. Wie het dan nog niet eens is met dat oordeel, kan naar de Hoge Raad. In cassatie gaan heet dat. De Hoge Raad kijkt niet meer naar de inhoud van de zaak en naar het bewijs, maar beoordeelt of de rechters zich aan de regels hebben gehouden.   

- voorlopige hechtenis

Voorlopige hechtenis is opsluiting in een cel in afwachting van een strafzaak. Dat werkt zo: als er veel bewijs is dat een verdachte een misdrijf heeft gepleegd, kan de officier van justitie besluiten dat die persoon zijn rechtszaak in de gevangenis moet afwachten. Bijvoorbeeld omdat de officier van justitie denkt dat de verdachte anders zal vluchten, het onderzoek kan verstoren of (nog) een misdrijf pleegt. Maar voorlopige hechtenis, of ‘voorarrest’ met een ander woord, kan alleen als het een ernstig misdrijf is. In de wet moet op het misdrijf vier jaar gevangenisstraf of meer staan. De rechter beslist na een tijdje of de voorlopige hechtenis wel echt nodig is. De rechter kan besluiten om iemand toch weer vrij te laten. Als je ten onrechte in voorlopige hechtenis hebt gezeten, krijg je een schadevergoeding.

- voorwaardelijke invrijheidsstelling

Bij gevangenisstraffen van één jaar of langer hoef je soms niet de hele straf uit te zitten. Dat betekent dat je na tweederde van de gevangenisstraf vrijkomt. Wel onder voorwaarden: als je bijvoorbeeld opnieuw een misdrijf pleegt, moet je het overgebleven deel gewoon uitzitten. 

- voorwaardelijke straf

Dit is een straf die iemand niet hoeft uit te zitten als hij zich houdt aan bepaalde voorwaarden. Bijvoorbeeld: Mark krijgt twee maanden voorwaardelijke celstraf, met als voorwaarde dat hij een behandeling volgt voor zijn boosheid. Als Mark de behandeling volgt, hoeft hij niet naar de gevangenis. Volgt Mark de behandeling niet, dan moet hij alsnog naar de gevangenis. De rechter bepaalt de voorwaarden. 

- witwassen

Witwassen is een misdrijf. Witwassen betekent het verbergen van geld dat met misdrijven is verdiend, door te doen alsof het eerlijk verdiend geld is. Bijvoorbeeld een drugsdealer die doet alsof het drugsgeld is verdiend door bloemen te verkopen. Maar ook als je iets krijgt, koopt of gebruikt terwijl je weet dat iemand dat met criminaliteit heeft verkregen of met crimineel geld heeft gekocht. 

- zitting

Een verdachte van een strafbaar feit moet in veel gevallen bij de rechter komen. Die zal de zaak dan behandelen. Dat heet een zitting. Bij volwassenen is een zitting openbaar en kan iedereen komen kijken en luisteren. Zittingen van kinderen zijn ‘achter gesloten deuren’: daar mag geen gewoon publiek bij. De rechter leest dan over het onderzoek dat de politie en de officier van justitie hebben gedaan. Ook stelt de rechter heel veel vragen. Aan de officier van justitie, aan de advocaat en aan de verdachte. Soms ook aan getuigen. De rechter wil zo goed mogelijk weten wat er is gebeurd. Daarna gaat de rechter nadenken wat zij van de zaak vindt. Daarna doet de rechter uitspraak. Dan bepaalt zij of iemand schuldig is en welke straf daarvoor geldt. De rechter moet altijd uitleggen hoe een besluit is genomen. Ook is de uitspraak openbaar, zodat iedereen kan zien wat de rechter vindt. In jeugdzaken is de uitspraak niet openbaar, vanwege de privacy van het kind.

- zwijgrecht

Een verdachte is niet verplicht antwoord te geven op de vragen die tijdens een verhoor worden gesteld. Dit wordt ‘zwijgrecht’ genoemd. De politie moet voor het verhoor zelfs tegen de verdachte zeggen dat hij niet verplicht is te antwoorden op vragen. Het idee achter zwijgrecht is dat niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling door te vertellen hoe het zit. Je bent dus nooit verplicht iets te zeggen waardoor je jezelf verdacht maakt. Dit zwijgrecht geldt ook voor familieleden. Je hoeft dus niet als getuige te antwoorden op vragen van de politie of de rechter als dat je broer of zus in de problemen brengt. Maar het mag wel. Het is een recht, geen plicht.